-
1 weight
n. weegschaal; gewicht; gewicht(en), gewicht(jes) (om mee te wegen); vracht; een zware vracht (figuratief gesproken); belang; invloed; zwaartepunt--------v. bezwaren, belasten, zwaarder makenweight1[ weet]♦voorbeelden:his departure is a weight off my mind • zijn vertrek is een pak van mijn hart1 gewicht ⇒ gewichtsklasse, zwaarte3 grootste deel, hoofddeel ⇒ grootste nadruk♦voorbeelden:1 lose weight • afvallen, vermagerenput on weight • aankomen, zwaarder wordenover weight • te zwaarunder weight • te lichtwhat's your weight? • wat is jouw gewicht?of great weight • van groot belang/gewichtworth one's weight in gold • zijn gewicht in goud waard3 the weight of evidence is against them • het grootste gedeelte van het bewijsmateriaal spreekt in hun nadeel¶ carry weight • gewicht in de schaal leggen, van belang zijngive weight to • versterken, extra bewijs leveren voorlay weight on something • iets benadrukkenthrow one's weight about/around • zich laten gelden, gewichtig doen————————weight2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 weighted down with many parcels • beladen met/gebukt onder veel pakjes -
2 pan
n. Griekse god die de herders en hun kuddes beschermt (Griekse Mythologie)pan1[ pæn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 pan ⇒ braad/koekenpan————————pan2→ pan out pan out/II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
3 microbalance
n. Weegschaal voor het meten van hele kleine hoeveelheden stoffen
См. также в других словарях:
Simon Vestdijk — (Harlingen, países bajos, 17 de octubre de 1898 Utrecht, 23 de marzo de 1971 ) era un escritor, poeta, ensayista, traductor, crítico musical y medico neerlandés. Vestdijk estudio medicina en Ámsterdam, pero luego de unos años como doctor paso a… … Wikipedia Español